Zee

Kort samengevat: kanoën in een zeekano op groot open water (zee, meer, oceaan, grote rivieren) waar golven en vaak stroming een grote rol spelen en een stabiele kano zeer wenselijk is. Dit maakt het varen uitdagender en dus nog leuker!

Wat is zeevaren

Een goed zeekanojaar bestaat uit een aantal beginnerstochten om leden te laten ‘proeven’ aan zout water, een of twee (lange) weekenden op de Waddenzee en een (twee-)weekse zeekanovakantie, aangevuld met reddingsoefeningen en een of meer zwaardere dagtochten. Voor de meerdaagse tochten is een kanokarretje onmisbaar gebleken, want je weet van tevoren niet altijd precies waar je terecht gaat komen. Zo moet je soms kilometers lopen om de dichtstbijzijnde camping te bereiken (als wildkamperen verboden is). En ook op een kale zandplaat wil je het hoogste punt bereiken om zeker te zijn van droge voeten bij het eerstvolgende hoogwater.

Ook en misschien wel juist op de Waddenzee, waar we al vele jaren komen, is het een uitzondering als een meerdaagse tocht precies verloopt zoals gepland. Het weer en dan met name de windkracht is de voornaamste factor die de planning in de war gooit, in combinatie met het uithoudingsvermogen van de zwakste deelnemer. Een flinke dosis flexibiliteit is dan ook noodzakelijk. Soms zit het wat tegen en moet je een eindje lopen met je kano achter je aan.

Soms zit het mee en zie je een zeehond vlak bij je kano zijn kop nieuwsgierig boven het water uitsteken.

En daar doe je het uiteindelijk voor. En voor de fraaie rotskusten waar je vlak langs kunt peddelen, het transparante smaragdgroene of hemelsblauwe water…

Een dagtocht vaar je met een vrijwel lege kano; je hoeft alleen je lunch mee te nemen.
Een gemiddelde zeekano is echter groot genoeg om alle benodigde spullen voor een eenvoudig bivak droog mee te nemen; daarbij worden de maaltijden niet vergeten, want op een lege maag kun je niet varen.